Refrein:
Met de vlam in de pijp, scheur ik door de Brennerpas.
Met m’n dertig tonnen diesel, ver van huis, maar in m’n sas.
Met de vlam in de pijp, door die eindeloze nacht,
En dan moet ik even denken aan m’n vrouw die op me wacht.

Het is niet erg om hier te rijden, zoveel nachten ver van jou,
Want m’n wagen zal me brengen door de nevel en de kou.
Als ik thuis ben zul je zeggen: “Blijf wat langer als ‘t gaat”,
En je weet, ik zou graag willen, maar dat is iets dat niet bestaat.

[Refrein]

Even stop ik op ‘n rustplaats langs die eindeloze baan.

Hoeveel keer ik hier gestopt ben, ja, dat weet alleen de maan,
En de weekends dat ik thuis ben, zal voor ons ‘t einde zijn,
Omdat ik zo vaak ver van huis ben, lijkt ons leven een refrain.

[Refrein]

Met de vlam in de pijp scheur ik door de Brennerpas.

[Refrein]

Chorus:
With the flame in the pipe, I’ll tear through the Brenner Pass.
With my thirty tons of diesel, far from home, but in my sass.
With the flame in the pipe, through that endless night,
And then I have to think for a moment of my wife waiting for me.

It’s not bad to drive here, so many nights far from you,
For my car will bring me through the fog and the cold.
When I’m home you’ll say: “Stay a little longer if you can”,
And you know, I’d love to, but that’s something that doesn’t exist.

[Chorus]

For a moment I’ll stop at a resting place along that endless track.

How many times I’ve stopped here, yes, only the moon knows,
And the weekends I’m home will be the end for us,
Because I’m so often far from home, our life seems like a chorus.

[Chorus]

With the flame in the pipe I tear through the Brenner Pass.

[Chorus]